Digitale zelfbeschikking op het Internet van Mensen

Als je het internet gebruikt, zwerven er overal gegevens van je rond. Qiy Foundation wil daar verandering in brengen. Mensen zouden meer toegang moeten krijgen tot – en controle over –  de gegevens die ze online genereren en die op hen betrekking hebben. Daarvoor ontwierp Qiy een wereldwijd afsprakenstelsel. Dat bleek een moeilijk haalbare moonshot, maar Qiy’s idealen leven voort in verschillende toepassingen – in de zorg en daarbuiten.

Intentie: Meer controle over je eigen data

Op dit moment kunnen aanbieders van onlinediensten en apps hun gebruikers volgen en profileren door middel van cookies en andere trackers. Daarmee wordt by design inbreuk gemaakt op de privacy van individuen. In tegenstelling tot apparaten, die onderdeel uitmaken van the Internet of Things, hebben mensen op het internet geen zelfstandige positie. ‘Waarom bouwen we geen Internet van Mensen? We hebben the Internet of Everyone and Everything nodig!’ aldus Marcel van Galen, de oprichter van Qiy.

Qiy streeft naar digitale zelfbeschikking: individuen moeten, behoudens wettelijke uitzonderingen, zelf kunnen bepalen wie voor welk doel, onder welke voorwaarden en voor hoelang, toegang heeft tot welke gegevens. Om dit te bereiken wil de stichting samen met marktpartijen een ‘anoniem herkenbaar’ gebruikersprofiel ontwikkelen waarin mensen aangeven welke behoeften, voorkeuren en interesses zij op een bepaald moment hebben, zonder persoonsgegevens te delen. 

Uiteindelijk kan op basis van het Qiy Scheme de markt een veilig en betrouwbaar digitaal ecosysteem creëren. 

“Er is veel angst en pijn nodig voordat mensen hun gedrag veranderen, terwijl mensen hun gedrag snel veranderen over de as van gemak en voordeel.”

Aanpak: Een afsprakenstelsel en AVG-proof apps

Om het individu de regisseur te maken van zijn online data, moeten verschillende grote partijen met elkaar samenwerken. Daarom ontwierp Qiy in 2014 een zogenaamd afsprakenstelsel, het Qiy Scheme. Je kunt dit vergelijken met het gsm-netwerk: dat we elkaar overal ter wereld mobiel kunnen bereiken is te danken aan wereldwijde overeenkomsten tussen (concurrerende) fabrikanten, providers en wetgevers. Om aandacht te krijgen voor het Qiy Scheme, zocht oprichter Marcel van Galen contact met uiteenlopende stakeholders, van overheden tot internetpioniers en de Europese Commissie.

Toen het succes van het Qiy Scheme langer op zich liet wachten dan gedacht, zocht Qiy naar manieren om de waarde van het gedachtegoed in de praktijk aan te tonen. Hieruit ontstond onder meer Dappre, een betrouwbare chat-app die evolueerde tot een kaarten-app waarin fysieke en digitale kaarten (zoals klantenkaarten en tegoedbonnen) de verbinding kunnen vormen tussen een anoniem individu en de uitgever van de kaart. 

Dappre en Qiy werden vervolgens van elkaar gescheiden: Dappre werd een losse business met eigen investeerders, Qiy Foundation houdt zich als non-profitorganisatie bezig met het faciliteren van samenwerkingen tussen private en publieke partijen, het adviseren bij nieuwe toepassingen, het uitgeven van licenties voor gebruik van het Qiy Scheme en het bewaken van de Qiy Trust Principles. Zo doet iedereen waar hij goed in is.

Waarom bouwen we geen Internet van Mensen? We hebben the Internet of Everyone and Everything nodig!

Resultaat: Geen wereldwijd stelsel, wel nieuwe concepten en toepassingen

Het is Qiy nog niet gelukt om tegen de gevestigde belangen op te boksen en het Qiy Scheme wereldwijd te implementeren. Grote online aanbieders verdienen immers geld aan het verzamelen van gegevens van gebruikers en het bewustzijn van het belang van privacy bij de overheid was laag. De overheid ontwikkelde geen overkoepelend beleid, waardoor een wildgroei ontstond aan afsprakenstelsels en apps voor het beheer van persoonsgegevens. 

De afgelopen jaren is de situatie veranderd. De Nederlandse overheid neemt een regierol op zich en denkt na over een kaderregeling voor afsprakenstelsels en apps die gegevens uit overheidsbronnen verwerken. ‘En nu de nieuwe wetgeving inzake gegevensbescherming actief is, zien we dat organisaties nieuwsgieriger zijn naar alternatieven,’ zegt Ad van Loon, de huidige directeur van Qiy. 

Qiy Foundation is zich de afgelopen tijd minder gaan richten op het Qiy Scheme, dat vooral een theoretisch model is, en meer op de praktische toepassingen. Een voorbeeld is de participatie van de Qiy Foundation in de totstandbrenging van MedMij, een standaard voor het uitwisselen van gegevens in persoonlijke gezondheidsomgevingen (PGO’s). In MedMij komt het individu centraal te staan: de gebruiker krijgt een soort kluisje waarin gegevens verzameld en beheerd worden. Instanties die gegevens willen uitwisselen hebben een MedMij-label nodig, waarvoor ze eerst uitgebreid worden getoetst.

Leermomenten en handelingsperspectieven

De duiker van Acapulco – Timing 

‘Toen Qiy in 2011 aanklopte bij de Europese Commissie, kregen we te horen dat we waarschijnlijk twee jaar te vroeg waren,’ zegt Ad van Loon. ‘Toen we in 2015 Dappre lanceerden, waren de omstandigheden nog steeds niet ideaal. Nu zie je dat bedrijven steeds nieuwsgieriger zijn naar onze initiatieven vanwege de nieuwe wet- en regelgeving omtrent gegevensuitwisseling en cookies.’

De verkeerde portemonnee Het voordeel van de een is een nadeel voor de ander

Veel gevestigde partijen hebben grote belangen bij het verzamelen van data van individuen, denk aan grote adverteerders en AdTech bedrijven. Deze partijen waren nodig om het Qiy Scheme te kunnen implementeren, maar ze waren huiverig dat het afsprakenstelsel hun verdienmodel zou ondermijnen.

De generaal zonder leger Wel het juiste idee, maar niet de middelen

Het is voor een kleine partij als Qiy moeilijk om een systeemverandering te bewerkstelligen. Zeker als er partijen met andere belangen actief zijn die diepere zakken hebben. Partijen die bij Qiy betrokken waren konden of wilden minder investeren dan noodzakelijk was om Qiy op grote schaal te promoten.

De Post-it – De kracht van serendipiteit: de kunst om toevallig iets belangrijks te ontdekken

Toen het succes van Qiy langer op zich liet wachten dan gedacht, is gekeken naar mogelijkheden om het gedachtegoed in de praktijk aan te tonen. Hieruit is Dappre (eerst als chat-app en later als kaarten-app) ontstaan.