Het tweede jurylid dat we aan jullie mogen voorstellen is Mathieu Weggeman.
Mathieu Weggeman is hoogleraar Organisatiekunde in het bijzonder Innovatiemanagement aan de Technische Universiteit Eindhoven. Tevens is hij bestuursadviseur, toezichthouder (onder meer bij Brainport Eindhoven en bij de HKU – de Hoge school voor de Kunsten in Utrecht) en dichter.
Waar gaat u op letten bij het beoordelen van de casussen?
- De durf, het lef om aan het “Project-Dat-Een-Briljante-Mislukking-Werd” te beginnen
- De creativiteit bij het “omkatten” van het mislukte project, tot kans c.q. de vaardigheid om een nieuwe kans te zien in een mislukking.
- De mislukkings-vriendelijkheid van de organisatie; (een aspect van de innovatiecultuur).
Kunt u een eigen briljante mislukking met ons delen?
Dat was een keer in de periode dat ik vakgroepvoorzitter was en langere tijd in het buitenland zat. En ik vergeten was dat er functioneringsgesprek verslagen over de leden van de vakgroep voor een bepaalde datum ingeleverd moesten worden.
Het secretariaat herinnerde me daar aan, maar ik zou nooit op tijd met de 40 leden van de groep een functioneringsgesprek kunnen houden en daar een verslag van maken omdat ik pas na de vastgestelde inleverdatum weer terug in Nederland zou zijn.
Ik geloofde, en geloof niet zo in functioneringsgesprekken (we houden elkaar door het jaar heen gewoon aan de afspraken en stellen die bij wanneer die te moeilijk of te makkelijk zijn), dus was mijn idee dat ieder zijn eigen functioneringsgesprek formulier invulde (de ABCDE-tjes) zoals hij of zij dacht dat ik dat zou doen, dat het secretariaat die formulieren b/a ondertekende en dan naar personeelszaken zou sturen.
Personeelszaken vond de procedure en het resultaat een Grote Mislukking.
Zelf stelde ik later vast dat ongeveer 80% van de zelf-beoordelingen valide was, (zo zou ik ook gescoord hebben) en circa 20% was veel te enthousiast over zichzelf en/of te verwijtend naar anderen.
Sindsdien heb ik elk jaar 80% van de medewerkers zelf hun functioneringsgesprek formulier laten invullen, tot grote tevredenheid van hen en mij. De overige 20% ben ik op de traditionele manier blijven doen.
