Het Instituut voor Briljante Mislukkingen interviewt Hans van Breukelen over de zin van fouten maken in én buiten het voetbalveld.

Hans van Breukelen is de meest succesvolle keeper uit de Nederlandse geschiedenis. Hij werd onder andere Europees kampioen en won de Europa Cup. Ook was hij ooit bestuurslid van de spelersvakbond, presenteerde hij een voetbalquiz op televisie en schreef hij zijn autobiografie. In 1994 begon zijn carrière in het bedrijfsleven.

Hans werd directeur van retailketen Breecom, was initiatiefnemer van Topsupport en directeur technische zaken van FC Utrecht. Momenteel ondersteunt hij bedrijven en instellingen met veranderprocessen via zijn bedrijf HvB Management.

Aanleiding genoeg voor ‘Het Instituut’ om deze allrounder aan het woord te laten over de betekenis van fouten maken, briljant mislukken en succes! En vooruit, we zullen het niet hebben over het voor de hand liggende en inmiddel beroemde polletjesincident, waarbij Van Breukelen vlak voor tijd de bal laat stuiteren en tegen de regels weer oppakt.
IvBM: Wat betekende fouten maken voor jou als topsporter en doelman?

HvB: “Zowel in mijn topsportcarrière als daarbuiten ben ik door schade en schande wijs geworden. Als doelman probeerde ik iedere wedstrijd en ieder seizoen op ‘de nul’ te houden. Maar tegelijkertijd wist ik ook dat ik er elk seizoen 35 tot 45 om mijn oren zou krijgen…
Ieder tegendoelpunt was een halszaak voor me. Ik was er in die fase echt obsessief mee bezig. Als doelman ben je eigenlijk een soort koorddanser. Mensen gaan naar het circus om je te bewonderen maar tegelijkertijd hopen ze dat je valt…

Als er een tegendoelpunt in ging, stelde ik mijzelf altijd de vraag wat ik had moeten doen om de fout te voorkomen. Om een voorbeeld te geven: In de laatste WK kwalificatiewedstrijd tegen Frankrijk in 1981 scoorde Platini vanuit een vrije trap. Die bal had ik echt moeten houden. Die misser heeft ons uiteindelijk het WK gekost.

Elke cruciale misser wordt natuurlijk uitvergroot in de media. De kritiek kwam dan toch wel heftig op mij neer. Dat heeft me lang bezig gehouden, Ik stelde mijzelf continu vragen: Wat ging er op het moment van de vrije trap in mij om? Hoe had ik deze fout kunnen voorkomen?”